, [], Leviticus 1:3-9: The Burnt sacrifice; Jeremiah 23:16-17: Own imaginations; Revelation 1:12-14: The Son of man
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij zeggen [46]steeds tot degenen, die Mij [47]lasteren: De HEERE heeft het gesproken, gijlieden zult [48]vrede hebben; en [tot] al wie naar zijns harten goeddunken wandelt, zeggen zij: Ulieden zal geen kwaad overkomen. 46. Hebreeuws, zij zijn zeggende zeggende. 47. Of, smadelijk verachten, tergen. 48. Dat is, het zal ulieden welgaan.